“praatplaat” ?

Red stripe

Onlangs was ik gevraagd om een ‘bigger picture’ te tekenen tijdens een workshop van een Hogeschool. Ze gingen aan de slag met hun visie en ambities.  Tijdens een break-out sessie zouden teams aan de slag gaan met templates om zelf in te vullen. De facilitator introduceerde het in te vullen blad als ‘praatplaat’. Typisch zo’n woord wat ik steeds vaker om me heen hoor. En het wordt voor van alles gebruikt. De Dikke van Dale heeft er nog geen betekenis aan gegeven dus niet meer dan logisch. Echter een praatplaat is wat mij betreft voorbehouden aan platen die een duidelijke functie hebben; het mogelijk maken van een constructief gesprek.

Een praatplaat is een visualisatie van een onderwerp dat door het verbeeldingsproces concreet gemaakt is. Dit zijn onderwerpen die, voordat de praatplaat er was, abstract waren; kernwaardes, een visie, een strategie of een beeld van de toekomst. Tot dan kon een team of een bestuur er uitgebreid over vergaderen om aan het eind te concluderen dat iedereen op 1 lijn zat. Na verloop van tijd blijkt echter dat mensen in het team verschillende keuzes maken of een bestuur niet eenduidig is in haar sturing. Dan kan het idee ontstaan het onderwerp uit het meta-denken te halen en het tastbaar te maken. En ja, een goede keuze is dan om dat onderwerp samen te gaan tekenen.

En in dat proces van samen tekenen zit veel waarde. want waar ze in woorden volledig met elkaar overeen kwamen, blijkt dat in het verbeeldingsproces geen stand te houden. Na een aantal ontwerp slagen en iteraties is daar het beeld waarvan de makers zeggen; ‘dit is ons verhaal’.

Dit beeld wordt groot uitgeprint om het te bespreken met collega’s. En zie daar; de echte praatplaat. En wat een power-tool. Want praten met beelden is constructief.

De zender kan zeggen; dit is ons beeld. Wat vinden jullie er van? En dat is een prachtige start voor een open dialoog. De tekening biedt namelijk ruimte voor interpretatie. Het maakt het mogelijk om vanuit verschillende perspectieven naar een onderwerp te kijken, zodat je elkaar beter gaat snappen. Het is niet dwingend maar uitnodigend. Je kunt de vraag stellen, waar zie jij jezelf in dit beeld?

Je blijft ‘on topic’ omdat je de mogelijkheid hebt om altijd te wijzen naar datgene wat besproken wordt. En zo kun je prima switchen tussen abstractie lagen in je verhaal, en je gesprekspartners daarin meenemen.

Visualiseren kan op velen manieren, maar een grote kracht van het tekenen is dat je een verhaal verbeeld dat letterlijk een schets is. Want een verhaal is nooit af, altijd een momentopname met beperkte houdbaarheid. Omdat het er niet super gelikt en ‘af’ uit ziet, creëer je ruimte in je dialoog. Iedereen mag er wat van vinden.

Zo leer je niet te zeggen hoe het moet, maar leer je te vragen hoe het ook kan.

Meneer van Dale, kunt u hier iets mee?

Met visuele groet,
Jeroen